De prijzen voor het gebruik van laadpalen in het openbare laadnetwerk schieten alle kanten op. Wat wordt betaald hangt af van de beheerder en de gebruikte laadpas. Daarbij komt nog eens dat het steeds een beetje gewoner is om ook te betalen voor de laadduur en niet alleen voor de gebruikte stroom. Het kan nuttig zijn om vooraf een inschatting te kunnen maken van de laadkosten. Daarom dit artikel, met de nodige tips en trucs.
Inhoudsopgave
Eén laadpaal, wisselende prijzen voor opladen
Een jaar of vier geleden was het vrij overzichtelijk. Gewoon opladen kostte 30 à 40 eurocent per kilowattuur, snelladen het dubbele. De Tesla Supercharger had een eigen aansluiting en was nog gratis voor mensen met een Tesla. In de afgelopen paar jaar is de variëteit aan prijzen toegenomen, wat deels is veroorzaakt door de prijspieken op de energiemarkt als gevolg van de oorlog in Oekraïne, maar ook valt te verklaren door het normaler worden van dynamische energieprijzen. Wellicht hangt het ook samen met een oplaadmarkt die volwassener wordt, waardoor het verdienmodel meer aandacht krijgt.
De prijzen voor opladen kunnen dus sterk uiteenlopen. Zelfs bij een en dezelfde laadpaal. Een kilowattuur kost soms 30 eurocent per kilowattuur, maar bedragen die in de richting gaan van 1 euro per kilowattuur komen ook voor. Welk tarief wordt gerekend is afhankelijk van verschillende factoren.
Kies bewust voor een laadpas
De laadpas of laaddruppel is nog altijd het meest gebruikte betaalmiddel bij de laadpaal om overal en nergens succesvol op te kunnen laden. Of de keuze nu valt een laadpas van E-Flux, Eneco, Shell Recharge of Vandebron, het Europese laadnetwerk dat valt te gebruiken telt afhankelijk van de aanbieder 300.000 tot 700.000 laadpunten. Zeker in Nederland geldt dat een laadpas eigenlijk met alle laadpalen werkt, tenzij de laadpaal staat bij een bedrijf dat ervoor heeft gekozen om de laadmogelijkheid voor te behouden aan de eigen medewerkers.
Iedere aanbieder werkt met een eigen tariefstructuur. Er is altijd sprak van een kilowattuurprijs, met daarbovenop een starttarief of maandelijkse abonnementskosten. Shell Recharge en Eneco stellen zelf de prijzen vast; dat zijn zoveel mogelijk vaste prijzen per laadpaaltype. Gewoon publiek opladen heeft een eigen tarief, net als snelladen en extra-snelladen. Alsnog levert dat de nodige diversiteit op en zijn er uitzonderingen.
Andere aanbieders van laadpassen rekenen de kilowattuurprijs van de laadpaalbeheerder. Daardoor liggen de kosten voor opladen soms aangenaam laag, maar het kan ook zomaar zijn dat de bedragen behoorlijk oplopen.
Gebruik de app om zeker te zijn van de kosten
Niet is zo vervelend als te maken krijgen met verrassingen achteraf. Het is om die reden handig om gewoon de app van de laadpasaanbieder te gebruiken. Daarin staan per laadpaal de prijzen vermeld; even tikken op de laadpaal is voldoende om prijsinformatie te krijgen. Vooral bij laadpasaanbieders werken met het tarief van de laadpaalaanbieder komt dit goed van pas. Er zijn ook apps om de laagste prijzen te vinden, kijk bijvoorbeeld eens naar deze twee apps om laadkosten inzichtelijk te maken en eenvoudig te besparen.
Ook eventuele uitzonderingen of tijdtoeslagen staan altijd in de app vermeld. Zo gelden bijvoorbeeld voor laadpalen in het netwerk van E-Flux of Road (dat is dezelfde partij) de vaste tarieven bij Shell Recharge en Eneco niet.
Het kan ook zijn dat een verbindingstarief van toepassing is. Dat zijn extra kosten om te mogen beginnen met opladen. Tijdscomponenten bestaan ook; extra beprijzing van de laadduur als toevoeging op de gebruikelijke kilowattuurkosten. Om meer mensen in de gelegenheid te stellen om één laadpunt te gebruiken, stellen sommige aanbieders of eigenaars van laadpalen een blokkeertarief in. Het gaat om kosten nadat een auto een x-aantal uren aangesloten is, óf een x-aantal uren nadat het opladen is beëindigd terwijl de auto aangesloten blijft. Uiteraard is dat x-aantal vooraf vastgesteld door de eigenaar van de laadpaal, evenals de bedragen die erbij horen. De teller kan behoorlijk oplopen en de precieze regels verschillen van geval tot geval. Opletten dus!
Stukje bij beetje begint het gebruikelijker te worden dat het laadtarief ook tijdgebonden is. Iets dat in landen als Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk overigens al langer staande praktijk is.
Cpo en msp: het verschil tussen laadpaal en laadpas
Mensen die wat verder ingevoerd zijn in de laadpaalwereld kennen de begrippen cpo en msp. De ene is de laadpaalbeheerder (charge point operator, afgekort tot cpo), de andere is de laadpasleverancier (msp of voluit geschreven mobility service provider). Veel merken bieden beide diensten. Bovendien is de interoperabiliteit goed geregeld; een laadpas werkt overal, er is geen toegangsbeperking van laadpasleverancier A bij laadpaalbeheerder B, C of D. Dat wat met de kosten te maken heeft wordt achter de schermen geregeld, zodat degene met de laadpas maandelijks een factuur voor opladen krijgt en degene met de laadpaal de inkomsten van iedere laadsessie ontvangt.
Er zijn dus verschillende laadpasleveranciers, passen van uiteenlopende partijen met elk een eigen tariefstructuur. Bij één laadpaal kunnen de prijzen voor opladen uiteenlopen. Dat is verwarrend omdat het aan de buitenkant nergens is te zien, maar gelukkig geeft de app van de laadpaalaanbieder duidelijkheid.
Maximaal besparen met meerdere laadpassen én apps
Slimme elektrische rijders die erg vaak buiten de deur opladen, doen er goed aan om de markt in de gaten te houden. Er kan dan steeds voor de gunstigste aanbieder worden gekozen voor de laagste prijzen per acculading. Het is dan slim om niet alleen te kijken naar goedkope laadpassen, bijvoorbeeld via Laadpastop10, maar ook de mogelijkheden na te gaan om gelijk via de laadpaalaanbieder af te rekenen. Steeds vaker heeft ook de partij die de laadpaal in beheer heeft een app, waarin het met een knopdruk mogelijk is om te starten en te stoppen met opladen. In de regel wordt een credit card aan de app gekoppeld voor de betaling.
Door slim te kiezen kan de kilowattuurprijs zakken van ongeveer 50 eurocent per kilowattuur naar 30 eurocent per kilowattuur. Een besparing van 10 euro per laadbeurt is uiteraard de moeite.
Altijd duidelijkheid met een laadpaal voor thuis
De makkelijkste optie is uiteraard een laadpaal voor thuis. Niet alleen is die laadpaal altijd beschikbaar, ook zijn de kosten voor opladen zonneklaar. Het energiecontract bepaalt de kosten per laadbeurt, want het laadpunt is aangesloten op de eigen groepenkast.
Het mooie is ook dat er verschillende besparingsmogelijkheden zijn. Niet alleen is het gunstig om zoveel mogelijk zonnestroom te gebruiken voor het opladen van de auto. Ook kan het helpen om een nieuw energiecontract af te sluiten. Daarbij kan voor vaste kilowattuurprijzen worden gekozen, of kan de keuze worden gemaakt voor een dynamisch energiecontract. In dat laatste geval is de stroomprijs op bepaalde momenten niet meer dan een paar cent per kilowattuur, in ultieme gevallen is de prijs zelfs negatief en levert een acculading geld op. Dit heeft te maken met het aanbod op het elektriciteitsnet. De marktprijzen zijn aangenaam laag als de stroomvraag uitblijft terwijl de productie wel op een hoog niveau ligt. Dat is bijvoorbeeld op windrijke weekenddagen; de meeste bedrijven liggen stil, terwijl windmolens veel energie produceren.
Ook relevant voor leaserijders
Mensen met een leaseauto zien de kosten voor opladen niet, maar die kosten zijn er natuurlijk wel. Deze kosten worden aan de werkgever doorbelast. Het is dus voor iedereen zinnig om te weten hoe het werkt met de kosten voor het opladen van elektrische auto’s en plugin hybrides.
Conclusie
De kosten voor opladen kunnen per laadpas behoorlijk verschillen, ook bij dezelfde laadpaal. Vanuit die basiskennis is verdere verdieping in de materie uiteraard zinvol, voor publiek opladen voor een minimale prijs. Uiteraard blijft een eigen laadpunt enorm gunstig, niet alleen is een laadpaal voor thuis altijd beschikbaar, ook heeft wijziging van het energiecontract direct invloed op de kosten voor opladen.