Zwaar weer voor Sono, een faillissement bij Lightyear en bepaald geen gunstige kaarten voor Aptera. Drie merken die de markt hadden moeten opschudden redden het niet, blijken amper levensvatbaar. Het wil nog niet direct vlotten met het rijden op de zon.
Inhoudsopgave
Het begin van zonne-energie bij auto’s
Het is een fantastische gedachte en een zeer zinvolle toepassing van bestaande techniek. De combinatie van een auto en zonnepanelen maakt van elektrisch rijden een nog aangenamere bezigheid. Lang niet iedereen rijdt tienduizenden kilometers per jaar. Als weinig kilometers worden afgelegd, of een lange rit eerder uitzondering dan de norm is, heeft het veel nut om (ook) op het autodak zonnepanelen te hebben. Dat scheelt opladen en betekent rijden op de zon. Schijnbaar is het een ultieme kostenbesparing.
Er is begonnen met een enkele collector, al dan niet geïntegreerd in een schuif- of zonnedak. Die collector levert stroom aan de boordelektronica, vaak om de klimaatregeling of in ieder geval een ventilator actief te houden en zo het interieur niet te stevig te laten opwarmen. Ook wordt voorkomen dat de 12v-accu leegloopt. De eerste elektrische auto die een zonnecollector heeft voor het opladen, is de Hyundai Ioniq 5. Dat stelt niet zoveel voor, want één volledige acculading zou uitsluitend via zonnestroom ongeveer dertig uur in beslag nemen.
Nieuwe automerken zijn er voor de innovatie. Niet alleen doordat er nog geen verbintenissen zijn met toeleveranciers in de autoindustrie en merkgeschiedenis nog niet bestaat, maar ook om onderscheidend te zijn in het reusachtige auto-aanbod. Het is een kwestie van anders zijn om bestaande automerken te verslaan.
Toch mag de komst van zonnepanelen naar auto’s een bescheiden trend worden genoemd, verschillende nieuwkomers hebben gelijke ideeën. Als een auto vol ligt met zonnepanelen, betekent dat minder vaak opladen met een stekker. Is de aandrijflijn ook nog eens efficiënt, dan is de winst des te groter.
Aptera
De geschiedenis van Aptera voert ver terug, de oprichting was in 2005. De auto met het vliegtuigachtige uiterlijk zou eerst een compacte verbrandingsmotor krijgen. Na een faillissement in 2011 was er een doorstart in 2019. Met een elektrische aandrijflijn en zonnepanelen is het merk weer helemaal bij de tijd.
Een Cw-waarde van 0,13 is lager dan iedere mogelijke concurrent. Voor zover er sprake is van tegenstanders. Het is namelijk niet het meest praktische voertuig, met drie wielen, ruimte voor twee inzittenden en een breedte van 2,3 meter.
De financiële situatie is nog altijd penibel. Om de productie van de eerste exemplaren van start te kunnen laten gaan, is 20 tot 50 miljoen dollar nodig. Dat betekent een actieve zoektocht naar geld, hetzij van potentiële klanten of van investeerders. De eerste 2.000 auto’s worden per opbod verkocht, iedere klant moet minstens 10.000 dollar inleggen. Wie nu de hoogste aanbetaling doet, krijgt zijn auto het snelst geleverd.
Is het benodigde startkapitaal eenmaal binnen, dan duurt het nog eens 12 maanden tot de productie van start gaat. Voorlopig is het lijdzaam wachten. Of deze auto naar Europa komt, is maar zeer de vraag.
Lightyear
Het verhaal van Lightyear is breed uitgemeten. De Lightyear One werd Lightyear 0. Het ontwerp bleef hetzelfde. Een langgerekte limousine, met een Cw-waarde van 0,20 en een elektromotor in elk van de vier wielen. Alles is gericht op efficiëntie. Het is een lichtgewicht, dankzij toepassing van aluminium en koolstofvezel. De wielen zijn smal, het accupakket is met een opslagcapaciteit van 60 kilowattuur relatief klein. Alsnog is het rijbereik ongeveer 1.000 kilometer.
Het heeft niet zo mogen zijn. Bij producent Valmet in Finland zijn slechts enkele auto’s gebouwd. Het bankroet van dochtermaatschappij Atlas Technologies is uitgesproken, het merk is tot stilstand gekomen. Een prijsverhoging van 150.000 naar 250.000 (in beide gevallen zonder BTW) ten spijt. De geplande 946 auto’s zijner nooit gekomen.
Daags voor de berichten over het stoppen van de productie kwam plotseling het bericht naar buiten dat Lightyear zich volledig zou richten op de Lightyear 2. De auto die de interesse van verschillende leasemaatschappijen heeft gewekt, als betaalbare en praktische zonnewagen. Wie wil dat nu niet?
Het probleem is het niet toepassen van de Teslatactiek. De Amerikaanse autobouwer heeft een jarenlange weg naar succes afgelegd en is daarbij een paar keer langs de afgrond gescheerd. Het begon met de Tesla Roadster, een geëlektrificeerde Lotus. Daarna kwam de Tesla Model S, gevolgd door de Tesla Model X. Die drie zijn duur, dat zorgt voort omzet en brengt geld in het laatje. Het volumemodel met een vanafprijs van $ 30.000 (zonder iedere denkbare vorm van belasting) kwam pas veel later. Dat is de Tesla Model 3. Op deze manier groeit een merk geleidelijk en ontstaan niet onmiddellijk problemen door de enorm hoge investeringen die nodig zijn om productie in grote aantallen van start te laten gaan.
Over de toekomst van Lightyear bestaat intussen niets dan onduidelijkheid. Er is veel geld nodig voor een herstart. Of financiers daarvoor zijn te porren, is maar zeer de vraag.
Sono
Bij Sono spelen onverminderd geldproblemen. De auto zou € 25.500 gaan kosten, of € 16.000 bij aanschaf van de auto en huur van het accupakket. Dat is fictief gebleken, want de levering is niet begonnen. Het is een betaalbare mpv-achtige vol met zonnepanelen. Verkrijgbaar in één uitvoering, één kleur en met een trekhaak als enige optie. Het accupakket van 54 kilowattuur is voldoende ruim bemeten. De laatst bekende prijs is € 29.900 en dat is alleszins betaalbaar te noemen.
Betaalbare elektrische auto’s zijn betrekkelijk zeldzaam. De meest interessante is een nieuwkomer, de MG4 Electric. Een Dacia Spring Electric is vooral een stadsautootje met een kleine accu. De Opel Corsa-e en Peugeot e-208 zijn behoorlijk compact.
Ook hier is het de bedoeling om de productie door Valmet te laten verzorgen. Als dat gaat lukken. Het is namelijk over en uit als voor maart 2023 geen 104,7 miljoen euro wordt opgehaald. De teller staat nu op ongeveer 50 miljoen euro.
Veel andere startups
Ook merken als Arrival, Canoo, Faraday Future en Fisker maken zware tijden door. Het zijn aspirant-fabrikanten die auto’s hebben gepresenteerd, maar dat blijkt keer op keer iets heel anders dan leveren. Als de eerste auto’s van een nieuw merk hun weg hebben gevonden naar trotse bezitters, begint het eigenlijk pas. Ondanks behoorlijk hoge aanschafprijzen van zijn auto’s heeft Rivian financiële tekorten, het merk mag zich gelukkig prijzen met steun van Amazon. De Akense autobouwer e.Go ging ten onder en kwam weer boven.
Andere nieuwkomers en zonne-energie
Buiten Aptera, Lightyear en Sono doet geen van de nieuwe merken iets met de combinatie van elektrische aandrijving en zonnepanelen. De winst is het grootst als de aandrijflijn hyperefficiënt is. Het gaat om techniek die geen enkele partij op de plank heeft liggen, dus daar gaat veel ontwikkelingstijd in zitten.
Conclusie
Vaak zijn nieuwe automerken veelbelovend. Spectaculaire ontwerpen veroveren de harten van de mensen, specificaties zijn aansprekend. De interesse is gewekt, maar dan begint het pas. Er is veel geld nodig, voor er ook maar een auto wordt geproduceerd. Het duurt even voor het verdienen begint, als dat al gebeurt.